Bouwkunst en de Nieuwe Orde
In zijn proefschrift Bouwkunst en de Nieuwe Orde richt David Keuning zich op Nederlandse architectuur in de Tweede Wereldoorlog. De Duitse bezettingsmacht installeerde de Nederlandsche Kultuurkamer, die onder andere de opdracht kreeg om de architectuur op nationaalsocialistische leest te schoeien. Het ging daarbij niet alleen om de ideologische aspecten van het vak maar ook om de praktische, zodat de Bond van Nederlandse Architecten opgeheven zou kunnen worden. In het kielzog van de machtsstrijd die zich ontspon, ontstonden verschillende ideeën over een nieuwe architectuur.
In de Volkskrant schreef Sander van Walsum over Bouwkunst en de Nieuwe Orde en welke onthullingen David Keuning in dit werk doet. Zo beaamt Keuning dat het nationaal monument op de Dam door een verre van beginselvaste architect (J.J.P. Oud) was gemaakt, een zogenaamde ‘foute’ architect. Het NRC volgde met een lovende bespreking (4 ballen) door Bernard Hulsman, ArchiNed concludeerde over het boek: ‘Keunings boek is verplichte kost voor architectuurhistorici en -critici, maar ook voor architecten die de ethiek van het vak hoog willen houden.’