Nederlandse schrijvers en religie 1960-2010
Ondanks berichten dat de kerken leeglopen en kloosters moeten sluiten, is de hang naar religie nog altijd sterk geworteld in onze samenleving. Traditionele geloofsgemeenschappen hebben het moeilijk, terwijl alternatieve vormen van religie en spiritualiteit juist floreren. Meer dan de helft van de Nederlanders verklaart desgevraagd ‘iets’ te geloven, maar men beleeft dat ‘iets’ meestal strikt individueel.
De afgelopen halve eeuw hebben opvallend veel Nederlandse schrijvers zich uitgesproken over God en het goddelijke, als tegenstander, afvallige, agnost of twijfelaar, maar ook als bekeerling of nog altijd praktiserend kerkganger. Onder hen bevinden zich oude en nieuwe christenen, atheïsten, tegendraadse mystici, joden die op zoek zijn naar hun wortels en zelfs een enkele voodoopriesteres.
In dit boek laat Jaap Goedegebuure zien hoe hun overwegingen en bekommernissen literair vorm krijgen in romans en in poëzie, maar ook in een stijl die van auteur tot auteur is toegesneden op een hoogstpersoonlijke variant van de religieuze ervaring. Er is ruime aandacht voor de confronterende visies van Gerard Reve en Frans Kellendonk, maar ook voor de onthechtingsoefeningen van dichters als C.O. Jellema en Hans Faverey. Nederlandse schrijvers en religie 1960-2010 biedt een spectrum dat reikt van Gerard Reve tot Désanne van Brederode en van Andreas Burnier tot Willem Jan Otten.
‘Bevat een reeks indringende opstellen over dichters en schrijvers.’
Hans Werkman, Nederlands Dagblad