Het vergeten korps
De geschiedenis van de koloniale reserve
Om de koloniën te verdedigen werd in 1830 het (K)NIL opgericht, een vrijwilligersleger samengesteld uit Indische en Europese troepen. Voor dit leger was een voortdurende aanvoer van ‘vers bloed’ nodig. De werving, selectie, opleiding en verscheping van Europeanen voor dienst in de tropen was de taak van het Korps Koloniale Reserve, evenals de zorg voor verlofgangers, afzwaaiers, zieken en gewonden. In de negentiende eeuw was de Koloniale Reserve een vreemdelingenlegioen dat onderdak bood aan avonturiers van allerlei slag. Het korps was gelegerd in Harderwijk en had een slechte naam. Tegen het eind van de negentiende eeuw wilde het ministerie van Koloniën een andere, modernere soldaat creëren. ‘Harderwijk’ werd opgedoekt en het korps begon een nieuw leven in Nijmegen. Het was moeilijk, maar uiteindelijk werd de Koloniale Reserve een elitekorps dat in Nederland bijzonder tot de verbeelding sprak. De Indonesische onafhankelijkheidsstrijd betekende het einde van het KNIL en dus ook van de Koloniale Reserve (1950). De aanwezigheid van de koloniale militaire instellingen heeft grote invloed gehad op een aantal steden in Gelderland, zoals Nijmegen, Arnhem, Harderwijk en Zutphen. Het vergeten korps vertelt in woord, maar vooral ook in beeld het vrijwel onbekende verhaal van de koloniale militairen in Nederland.
‘Op groot formaat en met 140 bladzijden illustraties beschrijft Clemens Verhoeven, gebaseerd op allerlei verspreide bronnen, de werving van KNIL-manschappen en alles wat daarmee samenhing. Het resultaat is een verhelderend, fraai vormgegeven lees- en kijkboek.’
Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde