13 mei 1940
De dag is nog maar een halfuur oud als op de commandopost van Scharroo op de Statenweg de telefoon rinkelt. Het is generaal-majoor H.F.M. baron van Voorst tot Voorst, chef-staf Landmacht en eerste adviseur van generaal Winkelman. Nu de Duitsers de bruggen bij Moerdijk en Dordrecht over trekken, is de Willemsbrug voor hen de laatste horde tot de Vesting Holland. Scharroo krijgt daarom bevel het noordelijk landhoofd van de verkeersbrug te heroveren en zo mogelijk springladingen onder de brug aan te brengen. Ook andere brugverbindingen in en rond Rotterdam moeten voor vernieling worden voorbereid.
Scharroo gaat meteen tot actie over. Nu wordt alles op alles gezet om de Duitsers op het noordelijke bruggenhoofd uit te schakelen. De artillerie in Kralingen krijgt orders vuur voor te bereiden op de noordrand van het Noordereiland, aan beide kanten van de bruggen. Pantserafweergeschut zorgt voor ondersteuning vanaf de Vierleeuwenbrugm en de Wijnhaven. Bovendien worden mortieren en twee pantserwagens ter beschikking gesteld. Om 03.00 uur krijgt luitenant-kolonel Lugt van de commandant maritieme middelen opdracht het noordelijke bruggenhoofd van de Willemsbrug te bezetten. Daartoe wordt een compagnie mariniers bij elkaar geschraapt uit de manschappen die in de buurt van de barricades rond het Oostplein liggen. Kapitein Schuiling zal deze groep aanvoeren. Voor een ander detachement wordt kapitein Keuchenius aangewezen, met de mannen uit het Marinedepot aan de Mecklenburglaan. Het plan is met een tangbeweging het bruggenhoofd aan te vallen. De groep van Schuiling rukt op via het Bolwerk, terwijl die van Keuchenius via de Rederijstraat en de Boompjes de brug probeert te bereiken.
——
Dit is een fragment uit Rotterdam frontstad van Gerard Groeneveld. Kijk hier voor meer informatie over dit boek.