11 mei 1940

11 mei 1940

Vanuit zijn positie rechts vooraan op de spoorbrug bij de noordelijke Maaskant overdenkt Gefreiter Steinhoff in het nachtelijk donker de toestand waarin hij met Wölbern en Watermann verkeert. De huizen voor hen branden. Hun plek tussen de stalen platen biedt weinig bewegingsruimte maar wel bescherming en een prima uitzicht op het gevechtsterrein. De beelden van die dag flitsen door zijn hoofd. Zo zag hij de strijd rond de Vierleeuwenbrug en het sneuvelen van zijn kameraden; hij beleefde de aanval van de Z5 en toen zijn makkers oversprongen naar de huizen bij de Boompjes gaf hij met zijn mitrailleur zolang vuursteun tot de laatste patroon was verschoten.

 

Wat rest zijn 18 handgranaten, een springlading van 1 kilo en één van 3 kilo, een pistool en een geweer. De mannen overleggen. Doorgaan, terug naar het Noordereiland? Hun luitenant heeft bevel gegeven de stelling onder alle omstandigheden te behouden. Dus dat gebeurt, zo besluiten ze. Ze zullen schieten en handgranaten gooien tot ze niets meer hebben. De soldaten roken de ene sigaret na de andere. De wind is naar het westen gedraaid. Het wordt koud op de brug.

 

——

Dit is een fragment uit Rotterdam frontstad van Gerard Groeneveld. Kijk hier voor meer informatie over dit boek.

Gerelateerd