Van de liefde die vriendschap heet
Brieven 1881-1925
Van de liefde die vriendschap heet is de eerste integrale uitgave van de briefwisseling tussen Willem Kloos en Albert Verwey, met bijzonderheden over alles wat er wel en niet tussen beide leiders van de Beweging van Tachtig is voorgevallen. Niet alleen komt de fameuze ruzie over enkele versregels uit Verwey’s gedicht ‘Hemel- en Aard-droom’ ter sprake, waardoor Kloos zich gecompromitteerd voelde wegens de toespeling op ‘de liefde die vriendschap heet’, ook de Julia-affaire, verwikkelingen in het persoonlijk leven van de Tachtigers en het oordeel van de correspondenten over eigen en andermans poëzie passeren de revue.
Zo gaat Kloos uitvoerig in op de moeilijkheden die hij ondervindt bij het vertalen van gedichten van Shelley, problemen waarover Verwey hautain zijn schouders ophaalt. We zien Kloos eveneens worstelen met de beperkingen die zijn angsten hem opleggen, lezen over zijn verstandhouding met Willem Doorenbos, zijn verliefdheden en het bezoek van Verlaine aan Nederland.
Als geheel geeft deze correspondentie een haarscherp beeld van de eigendunk bij de eerst jonge, later rijpere dichters en de strategie waarmee zij de Nederlandse zangberg veroveren. Maar Van de liefde die vriendschap heet is ook het tijdloze verhaal van het komen en gaan van genegenheid en de melancholische herinnering die achterblijft.
‘Brieven, zonder overgestileerde tachtigerstaal. Waarin in alle eerlijkheid wordt gepraat over beider werk en persoon. Waarbij ze veel, zoniet alles van elkaar pikken. Je leest ze en denkt, mijn god wat is de wereld sindsdien verpeuterd.’
Wim Noordhoek, VPRO-gids