Pioniers in schaduwbeeld
Het eerste parlement van Nederland 1796-1798
Op 1 maart 1796 vormde de zuidvleugel van het Binnenhof het toneel voor een bijzondere gebeurtenis. De zaal die we tegenwoordig kennen als het voormalige onderkomen van de Tweede Kamer werd die dag in gebruik genomen door de Nationale Vergadering van de Bataafse Republiek. Wie zo gelukkig was een plaats te hebben bemachtigd op de afgeladen tribune, zag daar de oprichting van het eerste democratisch verkozen parlement van Nederland.
Ruim twee eeuwen later is er nu een enerverende studie over parlementaire politiek in tijden van revolutie. Aan de hand van officiële bronnen, opiniebladen, brieven en memoires wekt Joris Oddens de eerste Nederlandse parlementariërs opnieuw tot leven. Hoe gaven zij invulling aan het nieuwe ambt van volksvertegenwoordiger? En met welke strategieën boden zij als achttiende-eeuwers het hoofd aan de uitdagingen van de representatieve democratie?
‘Oddens beschrijft in zijn boek Pioniers in Schaduwbeeld trefzeker hoe dit eerste parlement geen vanzelfsprekendheid was, maar dat de instelling vanaf 1796 zich langzaam in de praktijk ontwikkelde […] Het boek is uitstekend geschreven en gebaseerd op diepgravend nieuw bronnenonderzoek. Bovenal is de door Oddens beschreven deels herkenbare en deels vreemde wereld van de Bataafse democratie een fascinerend onderwerp voor iedereen die zich interesseert in de werking van het moderne Nederlandse parlementaire en politieke bedrijf.’
Matthijs Lok, NRC Handelsblad (****)
‘Pioniers in schaduwbeeld vertelt het enerverende verhaal van de eerste parlementariërs van Nederland en de boeiende debatten over de idealen van gelijkheid en democatie die aan de Staatsregeling van 1798 ten grondslag lagen.’
De Volkskrant
‘Joris Oddens beschrijft het fascinerende proces van de totstandkoming van het eerste nationale parlement tot in het kleinste detail.’
Joost Vermeulen, Het Parool (***)
‘Oddens weet een goed onderbouwd, wetenschappelijk verantwoord en tegelijkertijd levendig en toegankelijk beeld neer te zetten van het eerste parlement.’
Kees de Groot, Reformatorisch Dagblad