Meetzucht en mateloosheid
Kunst, religie en identiteit in Vlaanderen tijdens het interbellum
Vlaamse katholieke intellectuelen en kunstenaars maakten tussen de twee wereldoorlogen voortdurend gewag van ordeloosheid en onttovering. In een complexer wordende wereld werd het spiritueel deficit steeds groter. Om aan die spiraal te ontsnappen, riepen ze hun artistieke realisaties en esthetische theorieën uit tot remedies. Kunst werd een middel om regelmaat en eenheid te brengen in het leven. Tegelijk deed zij dienst als dé opstap naar het eeuwige raadsel. Kunst werd een kwestie van systematische beheersing en sacrale overgave, van meetzucht en mateloosheid.
Rajesh Heynickx onderzoekt in Meetzucht en mateloosheid hoe tijdens het interbellum in Vlaamse katholieke kringen oude geloofswaarheden in nieuwe artistieke vormen werden omgezet. Bovendien toont hij hoe moderne romans, gebouwen en schilderijen een traditionele geloofswereld in zich meedroegen. De voorvechter van het Nieuwe Bouwen, Huib Hoste, werd in zijn vernieuwingsdrang afgeremd door zijn katholicisme. De romanvernieuwer Gerard Walschap was naast atheïst ook thomist. En de promotor van de abstracte schilderkunst Michel Seuphor leefde, zoals zijn vergeten bekering leert, in de glazen kooi van zijn katholieke opvoeding.
Expressionisten die de middeleeuwer Thomas van Aquino als een goeroe vereerden, een art-deco restaurant met de naam Rerum Novarum, loopgravenkunst met mystieke ambities, erudiete priester-dichters vol van nostalgie, betonkerken: Meetzucht en mateloosheid bestrijkt de bandbreedte tussen amechtig herinneren en utopisch dromen. De religieuze geschiedenis vormt in dit boek een uitvalsbasis om de verbindingen tussen geloof en identiteit te exploreren en het meerzinnige karakter van pionierende modernisten te doorgronden. Daarmee werpt Meetzucht en mateloosheid een prangende vraag op over het Vlaamse interbellum: waarom kon ‘modern zijn’ nooit met een complexloos ‘eigentijds zijn’ samenvallen?