Laboratoria van de natie
Nederlandstalige literaire genootschappen in Vlaanderen over politiek, literatuur en identiteit 1830-1914
Laboratoria van de natie vertelt het verhaal van negentiende- eeuwse Vlaamse letterheren als Jan Frans Willems, Hendrik Conscience en Ferdinand Augustijn Snellaert. Meer nog dan minnaars van de schone letteren waren zij bemiddelaars in dienst van het algemeen belang – beter gezegd, hún algemeen belang: een tweetalig België. Na de Belgische revolutie van 1830 was België een eentalig Frans land geworden. België, oordeelden de letterheren, was daarom geen ware natiestaat. De staat moest twee volkeren vertegenwoordigen in een tweetalige politiek. De letterheren stichtten literaire genootschappen, die fungeerden als laboratoria van de natie. Daar werd nagedacht over de culturele én politieke strategieën om het algemeen belang te realiseren. In de genootschappen werd de Belgische identiteit gedefinieerd en om die reden vormden zij, aldus de letterheren, de kern van de natie.
Maar vele kwesties zorgden voor verdeeldheid. Welke literatuur versterkte de natie? Konden politiek methoden worden gebruikt om die natie te versterken, en zo ja, welke? Generatieconflicten en persoonlijke vetes maken de laboratoria tot uiterst boeiende omgevingen om het proces van nationale identiteitsvorming te bestuderen.
Laboratoria van de natie is een bewerkte versie van het proefschrift waarmee Greet Draye (1979) in 2007 promoveerde tot doctor in de geschiedenis aan de KU Leuven. Dit proefschrift werd bekroond door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde met de Leon Elautprijs.