Jan Duiker, bouwkundig ingenieur (1890-1935)
Van warm naar koud
Jan Duiker wordt gerekend tot de belangrijkste architecten van ons land. Hij stelde zich, aanvankelijk samen met Bernard Bijvoet, ten doel architectuur in overeenstemming te brengen met de nieuwste ontwikkelingen binnen de samenleving. Enkele van zijn bouwwerken hebben de monumentenstatus bereikt en zijn al onderwerp van studie geweest.
Toch valt over Duikers positie binnen de architectuurwereld nog het nodige te zeggen. Zo heeft zijn werk een interessante ontwikkeling doorgemaakt, waarbij – in overdrachtelijke zin – warm plaats moest maken voor koud. In de eerste werken is baksteen nog het dominante bouwmateriaal en vormt de haard meestal het middelpunt, terwijl later gewapend beton domineert en centrale verwarming of een ander verwarmingssysteem wordt toegepast. De gevel wordt gereduceerd tot een zo dun mogelijke scheidingswand tussen binnen en buiten. Het kille van de moderne techniek moest de mens harden. Nieuwe wetenschappelijke inzichten, ontdekkingen en efficiënte productiewijzen wezen hem de weg naar zijn modernistische architectuur, die hij beschouwde als uiting van een kosmische orde.
Dit boek plaatst het leven en werk van Jan Duiker in een brede context en beschrijft hoe hij tot zijn vooruitstrevende architectuuropvattingen kwam. De verhouding tussen deze opvattingen en de gebouwde praktijk krijgt eveneens ruime aandacht.