De menselijke geest – een inleiding
Weinig dingen zijn zo complex als het menselijk brein. Naar schatting zesentachtig miljard neuronen doen hun uiterste best om met elkaar samen te werken, niet altijd met een optimaal resultaat. De ene mens is vlug van begrip maar niet scherpzinnig, een ander drukt zich helder uit maar heeft een slordige geest. Om misverstanden en rampen te voorkomen, doen we er dan ook goed aan al die eigenschappen duidelijk te benoemen: dan verwarren we karaktertrekken tenminste niet met geesteseigenschappen en houden we het verstand niet verantwoordelijk voor gevolgen van de hartstochten.
Wat is gezond verstand? Wat is het verschil tussen vriendschap en liefde? Waarom heeft de omgang met dieren iets zinnenstrelends? Op deze en duizend andere levensvragen geeft dit achttiende-eeuwse wijsheidsboekje een vaak verrassend antwoord.
‘In onszelf ontdekken we wat de ander voor ons verborgen houdt, en in de ander wat we voor onszelf verborgen houden’, schrijft Vauvenargues. De menselijke geest – een inleiding biedt daartoe een even nuttig als aangenaam handvat.
‘Een sprankelend werkje van een verbluffend auteur. De vertaling van Martin de Haan doet volledig recht aan Vauvenargues’ vermogen in enkele woorden tot de kern van de zaak door te dringen.’
Marco Kamphuis, Filosofie Magazine
‘Een heel geschikt boek om in te grasduinen tijdens een treinrit of op het toilet.’
Nederlands Dagblad