Darwin in domineesland
Met de publicatie van Charles Darwins On The Origin of Species (1859) kwam in de negentiende eeuw een discussie op gang die voortduurt tot op de dag van vandaag. Met zijn nieuwe evolutietheorie veroorzaakte Darwin niet alleen een wetenschappelijke aardverschuiving, maar zaaide hij ook ernstige twijfel over de houdbaarheid van het dominante christelijk wereldbeeld. Het principe van natuurlijke selectie was volgens deze ‘kapelaan van de duivel’ de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan en vergaan van de natuurlijke soorten. Dit nieuwe inzicht riep allerlei beangstigende vragen op. Waren de planten en de dieren nog wel te beschouwen als ‘schepselen Gods’? Was de mens slechts een ‘zoogdier onder de zoogdieren’? En nog erger: had de mens in zijn nieuwe hoedanigheid van ‘verre achterneef van de apen’ nog wel een onsterfelijke ziel?
Hoe men in het Nederlandse ‘domineesland’ in die eerste jaren op Darwins theorie reageerde, was tot op heden niet bekend. In Darwin in domineesland komen de stemmen uit het verleden tot leven. Hier trekt een bonte stoet voorbij van bedaarde wetenschappers, genuanceerde dominees, geïrriteerde pastoors en strijdbare vrijdenkers, die het over één kwestie roerend eens waren: dat ze het niet met elkaar eens waren!
‘Het interessantste wat dit jaar is verschenen, is Darwin in domineesland van Bart Leeuwenburgh, over hoe de evolutieleer werd ontvangen en verspreid in het negentiende-eeuwse Nederland.
Midas Dekkers
’
‘Bart Leeuwenburgh heeft met zijn Darwin in domineesland een lacune gevuld.
Marinus de Baar, Trouw
’