1001 VROUWEN: Renate Dorrestein (983)
Op 3 oktober verschijnt het nieuwe deel van 1001 vrouwen, wederom samengesteld door Els Kloek en vormgegeven door Irma Boom. In aanloop naar de presentatie van 1001 vrouwen in de 20ste eeuw verschijnt er hier dagelijks een lemma uit het boek.
RENATE DORRESTEIN, schrijfster en feministe
Geboren als Renate Maria Dorrestein (Amsterdam 25-1-1954 – Aerdenhout 4-5-2018), schrijfster en feministe. Dochter van Theodorus Henricus Johannes Dorrestein (1922-1991), advocaat, en Henrica Johanna van den Bergh (1923-2006), onderwijzeres. Renate Dorrestein had vanaf 1990 een relatie met Maarten Andreas de Boer (geb. 1952), architect en galeriehouder, met wie zij op 22-7-2017 in Zandvoort trouwde.
Renate Dorrestein werd geboren als tweede van vier in een liberaal katholiek gezin – ze had een zus boven en een broer en zus onder zich. De vader was advocaat, de moeder had voor haar huwelijk als onderwijzeres gewerkt. Renate groeide op in Amstelveen, waar ze bij de nonnen op de (lagere) Mariaschool voor meisjes zat. Ze genoot van de katholieke rituelen en zou haar leven lang gelovig blijven, maar niet kerks. In 1972 haalde ze haar gymnasium A-diploma op het Keizer Karel College. Al jong schreef ze verhalen en droomde ze ervan
later schrijfster of journaliste te worden – op haar kamer had ze planken vol boeken van en over beroemde journalisten en uitgeverijen.
FEMINISTISCHE STRIJD
Na haar eindexamen volgde Renate Dorrestein een opleiding tijdschriftjournalistiek bij uitgeverij De Spaarnestad in Haarlem. Nog in 1972 kon ze er aan de slag als eerste vrouwelijke verslaggever van Panorama. Ze ging in Haarlem wonen en reisde – samen met fotograaf Peter Martens – de hele wereld af, van de Verenigde Staten tot de Sahel en India, en schreef onder meer over mensen in oorlogssituaties en hongersnood. ‘Het is de meest vormende periode uit mijn leven geweest’, zei ze later.
Dorrestein kreeg steeds meer belangstelling voor het feminisme. In 1976 deed ze mee aan de bezetting van abortuskliniek Bloemenhove en ze ‘radicaliseerde snel’, zoals ze zelf zei. Ze zag zichzelf niet als moeder en liet zich op haar 23ste steriliseren, om te voorkomen dat ze ‘in een vlaag van verstandsverbijstering en verliefdheid in het maatschappelijke
gareel zou komen’ (de Volkskrant, 22-10-2002).Steeds vaker botste ze met de leiding van mannenblad Panorama en in 1977 vertrok ze dan ook met slaande deuren. ‘Dat heeft wel wat, hoor, om je ontslag in te dienen: het hoofd fier geheven, wapperende jaspanden – het moment van ultieme glorie’, zei ze in Trouw (12-6-1984). Ze ging voor zichzelf werken, eerst met vriendin Liesbeth Rasker in hun eigen tekstschrijversbureau Pro Buro, later als freelancer.
Toen het feministische tijdschrift Opzij in 1980 op zoek was naar professionele journalistes, kwam Wim Hora Adema (642) met het idee Renate Dorrestein te
vragen. Behalve voor Opzij schreef Dorrestein in de loop der tijd voor onder andere Viva, De Tijd, Het Parool, Leef en Onkruid. Haar onderwerpen vond ze grotendeels in de actualiteit van de vrouwenstrijd. Vooral in de columns voor De Tijd en voor Opzij, waarvan ze in de jaren tachtig ook parttime redactrice
was, trok ze fel van leer en lokte ze soms woedende reacties uit. Zo gebruikte ze de term ‘moffenhoer’ voor een vrouw die een relatie had met een man, die immers een onderdrukker was – zelf hield ze er in die tijd naar eigen zeggen een ‘woest liefdesleven’ op na (de Volkskrant, 22-10-2002).
SCHRIJFSTER
Nog liever dan artikelen en columns wilde Dorrestein romans schrijven, want dan kon ze, ongehinderddoor de waarheid, verhalen vertellen. Nadat ze met eerdere manuscripten tevergeefs bij verschillende uitgevers had aangeklopt, debuteerde ze in 1983 als romanschrijfster bij Bert Bakker met Buitenstaanders. Het werd een succes. Vanaf dat moment kwam
ze om de een of twee jaar met een nieuw boek.
Dorresteins vroegste romans, met veel drama en in een barokke stijl geschreven, zijn vooral fantastische verhalen – Hella Haasse (691) typeerde ze in een essay als ‘gotische’ romans. Haar latere werk is realistischer en rustiger van toon, maar bevat naast humor nog steeds veel gruwelijkheden en absurditeiten. Ouderschap, gezinsleven, dood en schuld zijn terugkerende thema’s. Dat laatste hangt nauw samen met de zelfmoord van Dorresteins jongere zus Annemarie (1961-1981). Dorrestein voelde zich niet alleen
schuldig omdat zij die daad niet had weten te voorkomen, maar ook omdat zij de droom van haar zus, schrijfster worden, zelf wel had waargemaakt: ‘Ik voelde me een vampier. Ik had mijn slagtanden in haar blanke hals gezet en haar talent opgezogen’ (de Volkskrant, 22-10-2002). Ze verwerkte de thematiek van zelfmoord en schuldgevoel in Het perpetuum mobile van de liefde (1988).
In 1985 was Dorrestein een van de initiatiefneemsters van de Anna Bijns*80 Stichting en -prijs, ter bevordering van de erkenning van de vrouwelijke stem in de Nederlandstalige literatuur. Ze zat in de jury van onder andere de AKO Literatuurprijs en in het bestuur van de Vereniging van Letterkundigen (inmiddels Auteursbond), en reisde stad en land af
voor lezingen, discussieavonden en ontmoetingen met haar lezers. Voor het schrijven van haar boeken zocht ze vaak de rust in bijvoorbeeld Schotland en Ierland, of op Schiermonnikoog. In 1986-1987 was zij als writer in residence verbonden aan de University of Michigan in Ann Arbor (VS) en in 1991 nam ze deel aan het International Writers’ Program van de University of Iowa. Kort daarvoor werd ze getroffen door de chronische-vermoeidheidsziekte ME. Tijdens een vakantie op Terschelling ontmoette ze de architect Maarten de Boer, met wie ze een relatie kreeg – hij woonde in Amsterdam, zelf verhuisde ze naar Aerdenhout.
Dorrestein kon haar ziekte maar moeilijk accepteren. Dat het haar nog wel lukte te schrijven, beschouwde ze als haar redding. Ondanks haar ziekte bleef ze in de publiciteit. In zowel interviews als in Heden ik (1993), een autobiografisch relaas vol zelfspot,vroeg ze om aandacht voor ME. In 1993 ontving ze de Annie Romein (885) Prijs voor haar oeuvre. De jury noemde haar werk geestig, fantasierijk en scherpzinnig. In 1997 schreef Dorrestein het Boekenweekgeschenk en won ze in België de Jonge Gouden Uil
voor Verborgen gebreken (1996).
WRITER’S BLOCK
Toen Dorrestein na tien jaar grotendeels was genezen van ME, nam ze gastschrijverschappen aan op de Sorbonne in Parijs (2001), de Universiteit Leiden (2007) – een eerder verzoek had ze geweigerd uit gêne omdat ze zelf niet had gestudeerd – en de Vrije Universiteit Amsterdam (2010). Vanwege een writer’s block schreef ze vanaf eind 2011 enkele jaren geen fictie. Ze liet zich omscholen tot stemacteur, maar het lukte haar niet op dat terrein een carrière op te bouwen. Over haar schrijfproblemen publiceerde ze begin 2013 De blokkade. Een gastschrijverschap in Almere resulteerde in de roman Weerwater (2015): een overwinning op haar writer’s block en bovendien een afrekening met het schuldgevoel
over de zelfmoord van haar zusje.
Eind 2016 werd bij Renate Dorrestein slokdarmkanker geconstateerd. Toen duidelijk werd dat zij hiervan niet zou genezen, begon zij haar archief en computer op te ruimen, hetgeen resulteerde in haar literaire autobiografie: Dagelijks werk – Een schrijversleven (2017), waarin zij onder meer oude lezingen en brieven voorziet van commentaar. In juli 2017 trouwden Dorrestein en De Boer, en in april 2018 werd ze nog geridderd in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Renate Dorrestein stierf op 4 mei 2018, 64 jaar oud, thuis in Aerdenhout en in het vaste vertrouwen dat zij naar de hemel zou gaan – ze werd op Hemelvaartsdag in Bloemendaal begraven.
REPUTATIE
Met haar artikelen en columns – en in talloze interviews – wilde de feministe Renate Dorrestein de wereld wakker schudden, maar met haar boude uitspraken joeg zij ook veel mensen tegen zich in het harnas. ‘Trijntje onbenul in vol ornaat’, noemde Leo Derksen haar in De Telegraaf (1-5-1985). Haar verhouding met recensenten was vooral aan het begin van haar carrière moeizaam, vaak omdat die het werk van de schrijfster niet los konden zien van de feministe. Bij haar overlijden was Dorrestein echter een gerespecteerd schrijfster – alle media stonden uitgebreid stil bij haar dood. Zelf zei ze vlak voor haar dood over haar relatie met de literaire kritiek: ‘Mijn boeken bevatten uiteenlopende thema’s en onderwerpen, maar voor velen zal ik altijd die heks blijven, die oerfeministe. Dat verschrikkelijke mens. Het kan mij niet schelen’ (Algemeen Dagblad, 14-4-2018). Met haar lezers en met jong schrijverstalent had zij wél een goede band. Renate Dorrestein was een van de best gelezen schrijvers van Nederland en kon van haar pen leven. Haar werk is vele malen vertaald.