1001 VROUWEN: Francina de Zeeuw (762)
Op 3 oktober verschijnt het nieuwe deel van 1001 vrouwen, wederom samengesteld door Els Kloek en vormgegeven door Irma Boom. In aanloop naar de presentatie van 1001 vrouwen in de 20ste eeuw verschijnt er hier dagelijks een lemma uit het boek.
Francina de Zeeuw, verzetsvrouw, eerste marva
(Terneuzen 19-5-1922 – Middenbeemster 8-9-2015),actief in het verzet, eerste marva en daarmee eerste vrouwelijke militair van Nederland. Dochter van Abraham Johannes de Zeeuw (1898-1962), huisschilder en Pieternella Janneke den Doelder (1898-1992). Francien de Zeeuw trouwde op 12-7-1956 in Terneuzen met Willem Cornelis de Regt (geb. 1932), tekenaar.
Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 1 dochter geboren.
Francina (Francien) de Zeeuw groeide op in Terneuzen als middelste van drie kinderen in een hervormd gezin. Haar vader had een schildersbedrijf. Na het doorlopen van de mulo ging ze bij de plaatselijke telefooncentrale aan de slag. Tijdens de Duitse bezetting raakte Francien, samen met haar ouders, betrokken bij het verzet. Ze hielp jongens die waren opgeroepen voor de Arbeitseinsatz aan onderduikadressen. Als telefoniste kon ze gesprekken van de bezetter afluisteren en zo belangrijke informatie onderscheppen over aanstaande
razzia’s of invallen; haar vader waarschuwde dan de betrokkenen. Het Zeeuws verzetswerk van Francien breidde zich geleidelijk uit: van het lokaal regelen van voedselbonnen voor onderduikers tot het smokkelen van vervalste identiteitsbewijzen en wapens naar Amsterdam, ingenaaid in haar corselet.
EERSTE MARVA
In september 1944, tijdens de chaotische strijd om de Scheldedelta, ontsnapte Francien de Zeeuw aan de dood. Zij en andere leden van verzetsgroep Fassaert werden op een zolder bij Terneuzen in hun slaap verrast door terugtrekkende Duitsers. Door buikloop te simuleren zag ze kans de onder haar strozak verborgen wapens in de wc te dumpen. Daarna werd de groep vastgezet in een schuur bij Biervliet. Executie dreigde, maar de volgende nacht liet de Duitse commandant onverwacht iedereen gaan. In dezelfde periode trok De Zeeuw met twee man door de frontlinie in Zeeuws-Vlaanderen. Ze wilden de Canadezen, die een gebied beschoten waaruit de Duitsers zich al hadden teruggetrokken, melden dat ze zo onnodige burgerslachtoffers dreigden te maken. Het was een hachelijke tocht waarbij medeverzetsstrijder Jan Kars omkwam door een granaatinslag.
De moed van Francien de Zeeuw sprak tot de verbeelding. Na de bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen in november 1944 roemde de Britse pers haar als ‘heroine of Zeeland’. Vanuit Londen werd ze door een marineofficier benaderd met het verzoek mee te werken aan de oprichting van een vrouwenafdeling binnen de marine, de Marine Vrouwen Afdeling (MARVA). Koningin Wilhelmina (245) was terughoudend, maar bereid het initiatief in overweging te nemen als vrouwen zelf belangstelling toonden om dienst tenemen. De Zeeuw verzamelde twaalf handtekeningen van jonge vrouwen die wilden, en daarop nodigde de koningin haar uit voor een onderhoud in Londen. Op 31 oktober 1944 was de oprichting van de MARVA een feit, met Francien de Zeeuw als allereerste lid. Ze bleef in Londen voor haar opleiding.
NA DE OORLOG
Na het voltooien van haar opleiding en de Duitse capitulatie vertrok Francien de Zeeuw naar het oorlogstoneel in Nederlands-Indië, waar de marva’s vooral administratief werk deden. Zo ondersteunden de marva’s indirect de strijd, want hun leus was: ‘Maak een man vrij voor de vloot’. Ze had het niet makkelijk, want kreeg te maken met vooroordelen
over vrouwen in uniform en de hiërarchie in rangen en standen. Ook verzette ze zich tegen de praktijk dat vrouwen van adel, zoals Corinne van Boetzelaer (609), voorrang kregen bij officiersbenoemingen. Toch werd ze zelf uiteindelijk ook benoemd tot officier. Tot haar definitieve terugkeer naar Nederland in 1947 was zij onder meer hoofd van het marinepostkantoor in Batavia (Jakarta). Ze werd verliefd op een soldaat, maar kreeg vanwege het verschil in rang geen toestemming om met hem te trouwen. Het stel moest wachten tot ze waren afgezwaaid, en toen was het te laat: haar verloofde overleed na thuiskomst aan gele koorts.
Francien de Zeeuw verliet de MARVA en ging bij de PTT werken, waar ze opklom tot cheffin. In het jeugdwerk dat ze naast haar baan deed leerde ze de tien jaar jongere Wim de Regt kennen. Op haar 34ste trouwden ze in Terneuzen. Als huwend ambtenares werd De Zeeuw bij die gelegenheid ontslagen. Toen haar man een baan kreeg bij een Amsterdamse drukkerij, verhuisde het stel naar een nieuwbouwwijk in Purmerend. Ze wijdde zich aan de opvoeding van de drie kinderen, maar had moeite te aarden in Noord-Holland. Later vond ze haar draai in de verschillende bestuursfuncties binnen het protestants-christelijk onderwijs, die ze tot op hoge leeftijd op bevlogen wijze vervulde. De laatste zeven jaar woonde ze met haar man in een seniorenwoning in Middenbeemster. In 2012 ontving Jeanine Hennis- Plasschaert, de eerste vrouwelijke minister van Defensie, de eerste marva twee keer op haar departement. Na een kort ziekbed overleed Francien de Zeeuw op 8 september 2015, in de ouderdom van 93 jaar.
AUTONOOM
Francien de Zeeuw ontving drie onderscheidingen:het Oorlogsherinneringskruis, het Ereteken voor Orde en Vrede en het Verzetsherdenkingskruis. Minister Hennis noemde Francien de Zeeuw in haar condoleance aan de familie ‘een zeer bevlogen en moedige vrouw, die met humor en een militaireprecisie de verhalen uit het verleden tot leven bracht’ (Nieuwsbericht Ministerie van Defensie, 11-9-2015). Op de begrafenis karakteriseerde Bram de Regt zijn moeder als volgt: ‘Ze was geen rebel, ze was geen feministe, ze was vooral autonoom’ (NRC,19-9-2015). In 2017 publiceerde Natasza Tardio de biografie Francien de Zeeuw. Van verzetsheldin tot eerste vrouwelijke militair. NJN